DE VERDRIETIGE KOE

volgende

home

vorige

 

DE PATSERIGE PANTER

 

Er was eens een panter en dat was een ontzettende patser. Een patser is iemand die andere mensen laat denken dat hijzelf een hele piet is en dat die andere mensen maar niks zijn. Hij wil dat andere mensen denken, dat hij mooier is dan zij of dat hij veel meer geld heeft dan zij. Dat soort dingen dus. Eigenlijk een soort opschepper.

Welnu, de patserige panter was ook zo'n opschepper. Op een dag kwam hij een andere panter en hij zei toen tegen hem: "kijk eens wat ik een fantastische bontjas aan heb. Met een prachtig patroon. Veel mooier dan die van jou."

De andere panter keek toen maar eens goed naar de jas van de patserige panter, maar hij kon hem niet mooier vinden dan zijn eigen jas. Hij was alleen een beetje anders. De andere panter had wel eens geleerd, dat alle panters ongeveer dezelfde jas aan hebben, maar nooit precies dezelfde.

Dus zei de andere panter tegen de patserige panter: "ik vind jouw jas helemaal niet mooier dan de mijne. Hij is alleen een beetje anders."

"Nou, dan heb je niet goed gekeken", zei de patserige panter. "Mijn jas is echt veel mooier. Trouwens, heb je mijn horloge gezien. Zo'n vet koel horloge heb je vast nog nooit gezien. Heb jij eigenlijk wel een horloge?", vroeg de patserige panter toen.

"Nee", antwoordde de andere panter, "ik heb helemaal geen horloge. En die heb ik ook helemaal niet nodig."

"Oh nee?",  vroeg de patserige panter aan de andere panter. "Hoe weet jij dan hoe laat het is?"

"Nou ja, dat is nogal eenvoudig", zei de andere panter. "Ik kijk gewoon naar de zon. 's Ochtends vroeg komt de zon op aan die kant van het bos, eerst heel laag en dan steeds hoger en hoger en als hij op zijn hoogste punt is dan is het twaalf uur. Dan zakt de zon steeds een beetje en het wordt steeds donkerder buiten tot het avond is. Dan is de zon aan de andere kant van het bos verdwenen en dan gaan we naar bed. Zo eenvoudig is dat. Daar heb ik geen horloge voor nodig."

"Tja", zei de patserige panter, "maar het is wel een heel vet koel horloge. Het is eigenlijk een heel stoer klokje, vind ik".

"Ik vind hem nogal groot en glimmend. Reuze opzichtig, volgens mij", zei de andere panter. "O.K.", zei de patserige panter, "ieder zijn smaak. Maar vertel mij dan nu maar eens hoe laat het is."

En de patserige panter zei toen, een beetje verlegen: "dat weet ik niet."

"Weet jij dat niet?", antwoordde de andere panter.

"Nee, geen idee", zei de patserige panter.

"Maar kan je dan geen klokkijken? Daar heb je toch een horloge voor? Met een horloge weet je precies hoe laat het is. Tenminste als je kan klokkijken".

"Nou, dat kan ik dus niet. Ze hebben wel eens geprobeerd om het me te leren, maar ik ben er gewoon te stom voor", zei de patserige panter.

"Dat dacht ik al", zei de andere panter; "nou, ik zal het je vertellen; het is precies twaalf uur. Kijk maar, de zon staat precies op zij hoogste punt aan de hemel. Dan is het twaalf uur en tijd om te gaan eten. En ik heb vreselijke honger. Ajuu, paraplu" en weg was de andere panter.

De patserige panter keek hem verbaasd na en zei tegen zichzelf: "en toch is het een hartstikke vet koel horloge."

 

volgende

home

vorige