DE STOMME PAPEGAAI
Er was eens een jonge papagaai en die was stom. Nee,
zij was niet stom, maar stom. Als je zegt dat iemand stom is, dan betekent dat
meestal dat zo iemand niet erg aardig is, niet leuk, vervelend, dat soort
dingen. Maar stom kan ook betekenen, dat iemand niet kan praten. Dat is nogal vervelend, als je niet kan
praten.
Vooral voor papagaaien, want die kunnen meestal juist heel goed praten.
En wat zo grappig is, zij kunnen vaak allerlei geluiden goed nadoen.
Bijvoorbeeld het geluid van een voorbijrijdende auto. Dan kunnen ze bijvoorbeeld
"brrrrr" zeggen en dan is het net of er een auto voorbij rijdt.
Of die papagaai die jarenlang bij een mevrouw Brugman had gelogeerd en die kon, als de telefoon ging, "met mevrouw Brugman" zeggen. En die kon zelfs het inschenken van een kopje thee nadoen. Als ze dat geluid maakte was het net alsof iemand een kopje thee inschonk.
Allemaal hartstikke knap natuurlijk, maar de stomme papagaai kon dat allemaal niet. Zij was stom en ze kon geen enkel geluid maken.
Haar vader en moeder hadden het natuurlijk gauw gemerkt. Zodra de stomme papagaai uit het ei was gekropen, maakten haar broers en zusjes heel veel lawaai, maar de stomme papagaai bleef stil. Ze zei niks.
De vader van de stomme papagaai zei toen tegen de moeder van de stomme papagaai: "Moeder, ik heb gemerkt dat ons kind helemaal geen geluid kan maken. Is dat niet zielig?"
"Nou en of", zei de moeder van de stomme papagaai, "als je als papagaai niet kan praten kan je net zo goed geen papagaai zijn. Nee, een beetje papagaai kan praten als Brugman, om het zo maar eens uit te drukken. We moeten er wat aan doen."
"O.K.", zei de vader van de stomme
papagaai, "hier in de buurt woont een professor die heel geleerd is en die
weet vast wel wat eraan gedaan kan worden. Ik ga er nu naar toe". En hij
vloog naar de professor in de buurt en hij vroeg hem: "professor, het is
zo erg, mijn
dochter is stom. Ze kan niks zeggen. Ze kan geen enkel geluid maken. Kunt U ons
helpen?"
"Jazeker", zei de professor. "Maar u hoeft zich helemaal geen zorgen te maken. Dat komt zo vaak voor, dat jonge papagaaien stom zijn. Dat gaat na een tijdje vanzelf over. Ze moeten gewoon wat ouder worden en dan beginnen ze vanzelf te praten. U moet niet zo ongeduldig zijn".
"Dank u wel, professor", zei de vader
van de stomme papagaai toen en hij vloog snel terug naar de moeder van de stomme
papagaai. Hij vertelde haar wat de professor had gezegd: "de professor
heeft gezegd, dat we niet zo
ongeduldig moeten zijn", zei de vader van de stomme papagaai tegen de moeder van de
stomme papagaai. "Als ons kind wat ouder is komt het allemaal vanzelf goed".
En toen de stomme papagaai bijna één jaar werd zei ze tegen haar vader en moeder zomaar ineens: "zeg wanneer ben ik nou eindelijk eens jarig?" Dus toen kon ze plotseling praten.
De professor had dus gelijk gehad en de vader en moeder van de stomme papagaai waren reuze blij, dat hun dochter voortaan geen stomme papagaai meer was.