volgende

home

vorige

 

DE ZIELIGE KOEKOEK

 

Er was eens een koekoek en die was heel erg zielig. Dat kwam omdat zij haar eigen naam niet kon uitspreken. Als ze koekoek wilde zeggen zei ze altijd "tureluur" en dan lachten de andere koekoeken haar steeds uit.

 

Ze probeerde het vaak genoeg om "koekoek" te zeggen, maar elke keer mislukte het. En hoe vaker ze het probeerde, hoe vaker het mislukte en hoe verdrietiger de zielige koekoek ervan werd. Op een dag ging ze naar de oudste koekoek in de buurt die bekend stond als een hele wijze koekoek. De zielige koekoek zei tegen de wijze koekoek: "kun jij me niet helpen. Ik kan mijn naam niet uitspreken. Ik zeg steeds "tureluur" maar zo heet ik helemaal niet."

 

De wijze koekoek vond het maar een moeilijk geval. "Zo", zei hij, "kun jij je eigen naam niet uit spreken. Tja, dat is niet zo leuk. Hoe moeten we dat nu oplossen?"

 

De zielige koekoek zei toen tegen de wijze koekoek: "daarvoor ben ik nu juist bij u gekomen. Ze zeggen dat u een hele wijze koekoek bent."

 

"Dat klopt wel" zei de wijze koekoek. "Zeg dan nu nog eens precies wat er aan de hand is." De zielige koekoek legde het nog een keer uit. "Ik kan mijn eigen naam niet uitspreken", zei ze. "Telkens als ik 'koekoek' wil zeggen, zeg ik 'tureluur' ".

 

"Wát zei je daar", vroeg de wijze koekoek? En de zielige koekoek antwoordde: “telkens als ik 'koekoek' wil zeggen, zeg ik 'tureluur'." "Dus je kan wél 'koekoek' zeggen", zei de wijze koekoek. "Ik heb het je net twee keer horen zeggen."

 

Tja”, zei de zielige koekoek. “Ik denk dat u gelijk heeft. Ik kan het wèl". En ze riep: 'koekoek', 'koekoek', ik kàn het, ik kàn het". En de zielige koekoek was toen niet zielig meer.

 

volgende

home

vorige