HET LUIE VARKEN
Er was eens een varken en dat was ontzettend lui. Als alle
andere varkens aan het werk waren, dan lag het luie varken op zijn rug in de wei
en deed helemaal niks. De andere varkens vonden dat nogal vervelend en ze zeiden
tegen het luie varken: "Hé, kun je niet meehelpen? Wij zouden ook wel lekker
op onze rug in de wei willen liggen. Maar er moet nog van alles gebeuren. Toe,
kom ons helpen". Maar het luie varken had daar helemaal geen zin in. Hij
bleef gewoon op zijn rug liggen en stak geen poot uit om de andere varkens te
helpen.
Op een dag was er een groot feest. De varkens waren dagen bezig geweest om het feest voor te bereiden. Alles was versierd en ze hadden een heleboel lekkere dingen klaargemaakt. Iedereen was heel erg druk bezig geweest, behalve het luie varken. Die had nergens aan meegedaan. Die was rustig op zijn rug in het weiland blijven liggen.
Toen het feest begon gingen alle varkens aan een lange tafel zitten, die gezellig
gedekt was. Ze kregen allemaal wat lekkers te drinken en er werden allerlei
lekkere hapjes rondgedeeld.
Maar het luie varken was er niet bij. Die lag nog steeds te luieren in het weiland. Maar opeens rook het luie varken de geur van de lekkere hapjes. "Mmmm, lekkere hapjes", zei hij, "daar moet ik bij zijn." Hij holde naar de plaats waar het feest was en hij vroeg aan de varkens of hij ook aan de lange tafel mocht zitten.
En
toen zeiden de andere varkens tegen het luie varken: "Niks ervan. Daar komt
niks van in. Als jij te lui bent om mee te helpen om het feest voor te bereiden,
dan kun je ook niet met het feest zelf meedoen. Het is je eigen schuld." En
toen had het luie varken wel spijt, dat hij zo lui was geweest.
Gelukkig was er al gauw weer een feest. Toen heeft het luie varken goed meegeholpen en toen mocht hij gelukkig wel meedoen. Het luie varken was daarna nog wel een beetje lui, maar niet zo erg meer.