DE SLOME SLANG
Er was eens een slang en die was vreselijk
sloom. Hij lag altijd maar een beetje te liggen, hij wilde niks leren, nooit
eens gezellig uitgaan. Hij wilde eigenlijk niks. Hij was altijd moe en overal
was hij veel te sloom voor.
Omdat de slang zo sloom was wilde hij ook helemaal niet vooruit komen. Ja, lopen kan een slang niet, want een slang heeft geen poten. Maar slangen kunnen wel vooruit komen. Dat doen ze door van hun lange lijf een S te maken.
Daarom zei de moeder van de slome slang tegen hem: "Kijk eens naar de letter S. Goed kijken en dan proberen van je lange lijf zo’n letter te maken. Eerst in het begin van je lijf. En dan een beetje naar je staart en dan nog verder naar je staart, tot de S helemaal afgelopen is en dan begin je weer opnieuw."
Maar omdat de slang zo sloom was
had hij er
helemaal geen zin in om te doen wat zijn moeder gezegd had. Hij probeerde het
soms wel een beetje, maar als de S nog vlak bij zijn kop zat, was hij al te moe
voor de rest. Dus bleef de S zitten waar hij zat en zo kwam de slome slang niet
vooruit.
En dan ging hij maar weer gewoon recht
liggen. Maar zijn moeder zei dan maar weer tegen hem: "Maak toch eens een
S van je lichaam, eerst vlak bij je kop en dan duw je hem langzaam verder naar
achteren tot de S bij je staart is."
En dan probeerde de slome slang het nog
maar weer eens. Eerst de S vlak bij zijn kop, toen een eindje verder en toen
stopte het alweer. De slang was al weer veel te moe geworden om het verder te
proberen. Op een dag bedacht de moeder van de slome slang iets heel slims. Ze
zei tegen hem: "als je nu eens héél lang achter elkaar sssssss zegt,
terwijl je probeert vooruit te komen.
Misschien helpt dat.”
Dat wilde de slome slang wel eens proberen.
Dus zei hij heel hard en heel lang: “sssss”. En ja hoor, het lukte. Eerst
maakte hij een S vlak bij zijn kop, toen duwde hij de S een stukje verder en
nog verder, tot de staart en toen weer opnieuw. En toen ging hij echt een
beetje vooruit. Eerst een klein stukje, maar op den duur kon hij - door steeds een
nieuwe S te maken - heel ver vooruit komen.
En dat vond hij zo leuk, dat hij daarna geen slome slang meer was, maar altijd onderweg om naar eten te zoeken.