29. ZEDEN EN GEWOONTEN
Ieder land en elke streek heeft eigen zeden en
gewoonten, waar je vaak even aan moet wennen of die je soms min of meer
verbazen. Zo ook Frankrijk en in ieder geval AUPS. Ik noem er een
paar:
v Het is hier gewoonte dat mannen elkaar zoenen. Niet
alleen als ze familie van elkaar zijn, maar ook goede bekenden kussen
elkaar. In de horeca is het ook zeer gebruikelijk dat de vaste gasten met een bissou worden
begroet. Zo zijn wij bijv. bij het Grand
Hotel met velen van het bedienend personeel op zoenbasis. Zo krijg ik van Frank
Meissel bij elk bezoek een ferme pakkerd
(steevast gevolgd door zijn vraag of ik “en forme”
ben). Met zijn superaardige vrouw Virginie hetzelfde laken een pak en
ook met Ophélie en met Frank’s moeder wordt heel wat afgezoend.
Laatst werd aan dit gezelschap nog de tienerzoon van Virginie
toegevoegd;
v Een andere gewoonte die je in Nederland niet zo snel
meer zal tegen komen is het gebruik om iemand in zijn auto te laten stoppen om
even met hem of haar de dingen van de dag door te nemen, je daarbij vooral
niets aantrekkend van eventuele achterliggend verkeer, dat misschien wel zou
willen doorrijden;
v Werkvolk (zo heette dat vroeger) hebben we tijdens de
verbouwing van 2003 heel wat over de vloer gehad. Nooit accepteerde zij
ook maar één versnapering of verfrissing. Laat staan dat zij erom
vroegen. Dat was met de twee verhuismannen die in dat jaar onze spullen
van Blaricum naar AUPS brachten, wel even anders. Die vroegen of ze bij ons onder
de douche mochten. Nu moet ik er wel bij opmerken, dat het toen zeer warm was.
Ik zie de heren nog met rode koppen onze piano van boven via de grinthelling
naar beneden sjouwen. Omdat wij bevreesd waren dat zij na de douche ook nog bij
ons wilden slapen (in plaats van in de slaapcabine van hun bloedhete
verhuiswagen) hebben wij dat toen toch maar geweigerd;
v Een andere gewoonte die ons hier opviel was, dat
mensen niet gauw nee zeggen tegen een eventuele opdracht voor een of andere
klus. Als je bijv. per voice mail naar een jou bekende klusser een
verzoek voor een bepaald werkje deponeert, hoor je vaak niks terug. Als ze het
niet willen of kunnen laten ze, ook na een vriendelijke uitnodiging per e-mail,
gewoon niets meer van zich horen;
v In het verlengde hiervan ligt de gewoonte van
eerdergenoemd werkvolk om “demain” te
zeggen, als men eigenlijk bedoeld “in ieder geval niet vandaag”;
v Dat de Fransen huisnummers vóór de straatnaam plegen
te vermelden is bij de meeste Nederlanders wel bekend. Iets minder bekend is de
gewoonte, althans in AUPS en daar alleen voor woningen buiten de
bebouwde kom, om de huisnummering niet gewoon te laten verlopen zoals bij ons:
dus oneven nummers vanaf 1 voor de woningen links en even nummers vanaf 2 voor de
huizen rechts te beginnen bij het begin van de straat. Nee, de nummering houdt,
verband met de afstand van de woning tot het begin van de straat. Zo is ons
adres Chemin Ste Catherine nr. 312 inderdaad ca. 312 meter
daarvan verwijderd; onze linkerbuurman direct naast ons heeft als huisnummer 252
(wel een even nummer trouwens). Inderdaad
iets dichter daarbij. Deze gewoonte leidt er soms toe, dat mensen tegen ons
adres aankijkend, vermoeden dat BRANCASSI gelegen is aan een ruim
bebouwde straat;
v Een interessante gewoonte, althans in AUPS, is
de verplichting voor verkopers van huizen hun pand bij verkoop altijd ook en
voor dezelfde prijs aan de gemeente aan te bieden. Is de vraagprijs van het
pand te laag (bijv. omdat met een koper een onderhands te betalen bedrag is
afgesproken (“onder de tafel” zouden wij in Nederland zeggen) dan loopt
betrokkene het risico, dat de gemeente toehapt. Het lijkt ons een voor
Nederland wel een aanbevelenswaardige regel;
v Het autorijgedrag der Fransen laat nu en dan te wensen
over. Lokaal wordt er behoorlijk hard gereden, ook in bochtige en op
heuvel-op-heuvel-af wegen. Ook het nut van de richtingaanwijzer wordt door
weinig Franse automobilisten ingezien;
v Een bijzonder Frans gebruik is dat van de horeca-bon.
Eenieder die wegens zijn werk tussen de middag niet thuis (warm) kan eten
krijgt van zijn werkgever horeca-bonnen, waarmee hij in restaurants gratis warm
kan lunchen. Mede daarom tiert het kleine restaurant in Frankrijk nog redelijk
welig en zijn menu’s tijdens het lunchuur meestal zeer betaalbaar. Maakt u daar
op vrijdag gebruik van dan moet u wel van aïoli houden (zie ook het stukje
over Pèbre d’Aï).