volgende  

home

 

vorige

 

DE TELEURGESTELDE OKAPI

 

Er was eens was een okapi en die was nogal teleurgesteld. Dat kwam omdat hij vond dat hij er niet goed uitzag. Hij vond zichzelf niet goed gelukt. Er was ergens een fout gemaakt, dat was duidelijk voor de teleurgestelde okapi.

"Moet je nou eens naar me kijken", klaagde hij, "ik zie er toch niet uit. Moet je mijn kont zien, met die zwarte en witte strepen. Als je mij van achteren ziet lijkt ik wel een zebra. Maar ik bèn geen zebra. Ik ben een okapi".

"Ach joh, schei daar toch mee uit", zei zijn vader. "Wij okapi's zijn hele mooie beesten en er is niets om teleurgesteld over te zijn. Ik zou maar trots zijn op die paar strepen, want die zie je bij geen enkel dier. Alleen bij okapi's".

"Oh nee?", zei de teleurgestelde okapi, "en de zebra's dan?" "Ja", zei de vader van de teleurgestelde okapi toen, "daar heb je wel gelijk in, maar die hebben overàl witte en zwarte strepen. Dat is niet alleen om een beetje gek van te worden, maar het is nog gevaarlijk ook."

"Gevaarlijk?", vroeg de teleurgestelde zebra aan zijn vader, "waarom gevaarlijk?"

"Dat zal ik je uitleggen", zei de vader van de teleurgestelde okapi toen, "dat zit zo. Kijk, wij dieren leven in een gevaarlijke wereld. Er kan ieder ogenblik een leeuw of een tijger achter een boom op de loer liggen, die ons op wil eten. Als je nu van die malle zwarte en witte strepen op je lijf hebt, zoals een zebra, ziet een leeuw of een tijger je wel van een kilometer afstand. Die zebra's zijn veel te opvallend. Nee, dan moet je naar ons kijken. Wij okapi's zijn bijna helemaal bruin en als wij in een bos staan, dan kan je ons haast niet zien. Wij hebben dezelfde kleur als het bos. Dat is veel veiliger".

En toen de vader van de teleurgestelde okapi dat allemaal had uitgelegd, was de teleurgestelde okapi helemaal niet meer teleurgesteld, maar hij was zo trots als een okapi dat hij een okapi was.

volgende  

home

 

vorige