DE LAWAAIIGE KAKETOE
Er was eens een kaketoe en die
maakte altijd heel veel lawaai.
De lawaaiige kaketoe had namelijk een heel erg harde stem. De andere kaketoes
vonden dat nogal vervelend, want als de lawaaiige kaketoe praatte, dan kon iedereen
wel ophouden met praten. Dan verstond je niks meer.
De lawaaiige kaketoe schreeuwde gewoon overal doorheen. En als er toevallig een andere kaketoe dichtbij de lawaaiige kaketoe stond als die begon te praten, dan vloog die andere kaketoe gauw weg. Want anders deed het gewoon pijn aan zijn oren. De andere kaketoes zeiden steeds tegen de lawaaiige kaketoe, dat zij wat zachter moest praten.
"Schreeuw toch niet zo", zeiden ze dan tegen haar. "Waarom niet?", schreeuwde de lawaaiige kaketoe dan terug. "Omdat we onze eigen woorden niet meer kunnen verstaan als jij praat. En wij willen ook wel eens wat zeggen."
"Ik kan er ook niks aan doen", riep de lawaaiige kaketoe dan op dezelfde luide toon en hij ging gewoon verder met schreeuwen, net of er niks aan de hand was.
Op een dag kregen de andere kaketoes er genoeg van. En één
van de andere kaketoes kreeg een mooi idee. "Weet je wat", zei hij,
"ik kan ook heus wel heel erg hard schreeuwen. Als
het moet".
"Dat wisten we niet", zeiden de andere kaketoes.
"Nee, dat kan wel kloppen", zei de kaketoe die ook heus wel heel hard kon schreeuwen. "Ik doe het bijna nooit. Schreeuwen, maar ik kan het wel. Héél hard, nog harder dan de lawaaiige kaketoe. En nu ga ik, als die lawaaiige kaketoe wéér zo hard schreeuwt, héél hard terugschreeuwen. Gewoon terugschreeuwen. Héél hard. Misschien begrijpt zij dan hoe vervelend dat geschreeuw van haar is".
Zo gezegd zo gedaan. Ze zaten allemaal aan tafel en de lawaaiige
kaketoe had weer het hoogste woord. Niemand kon meer iets verstaan, zo hard
schreeuwde zij. En toen stond de kaketoe die ook heus
wel heel hard kon schreeuwen op, ging op de tafel staan en riep héél erg hard: "zeg jij daar, schreeuw jij eens niet zo".
De lawaaiige kaketoe schrok zich een hoedje. Hij werd er helemaal wit van. "Waarom schreeuw je zo?", vroeg de lawaaiige kaketoe.
"Dat moet jij nodig vragen", zei de kaketoe die ook heus wel heel hard kon schreeuwen. "Jij schreeuwt toch ook altijd. Nu hoor je ook eens hoe vervelend het is als iemand altijd maar zo schreeuwt".
"Je hebt gelijk", zei de lawaaiige kaketoe en zij praatte meteen al een stuk zachter. "Ik zal voortaan niet meer zo hard praten, dat beloof ik”.
Maar zij vergiste zich nog één keer. Voordat ze gingen eten zei ze: "SMAKELIJK ETEN!!! ". Maar ze verbeterde zichzelf snel. "Eh... ik bedoel eh...smakelijk eten" en ze vloog naar huis. En daarna heeft de lawaaiige kaketoe nooit meer geschreeuwd. Nou ja, nooit meer. Bijna nooit meer.