volgende

home

vorige

 DE ONEERLIJKE EKSTER

DE DIEFACHTIGE EKSTER

 

Er was eens een ekster en die was erg diefachtig. Zij pikte altijd allerlei dingen weg die niet van haar waren. Als ze ergens op visite was geweest en ze kwam weer thuis, dan had ze allerlei spullen meegenomen van de mensen bij wie ze op bezoek was geweest. Soms vloog ze ook wel eens een winkel binnen om iets te pikken. Het liefst een groentewinkel, want daar hadden ze allemaal dingen die ze lekker vond.

 

Wat de diefachtige ekster ook heel mooi vond waren dingen die glommen en glinsterden. Op een dag vloog ze langs het raam van een huis en door het raam zag ze op een tafel een doosje liggen met een prachtige ring erin. "Wat is dat een mooie ring" dacht de diefachtige ekster, "die zou ik wel graag willen hebben." De ramen van het huis stonden open, want het was mooi weer. En ze vloog zomaar naar binnen. Ze keek eerst of er iemand in de kamer was en haar zou kunnen zien, maar toen ze zeker wist dat niemand haar zag, pikte ze de ring uit het doosje en vloog er vlug mee weg. 

 

Toen ze thuis kwam zag haar moeder meteen dat ze een ring in haar bek had. "Hoe kom je daar aan?" vroeg ze. "Gevonden" zei de diefachtige ekster. Dat was dus helemaal niet waar. De diefachtige ekster zat gewoon een potje te liegen. Haar moeder geloofde haar dan ook niet. "Waar heb je de ring dan gevonden?" vroeg ze. "Eheh...dat weet ik niet meer", zei de diefachtige ekster, want ze wist niet wat ze tegen haar moeder moest zeggen.

 

"Zeg eens eerlijk", zei haar moeder toen streng, "heb je die mooie ring echt gevonden of heb je hem gewoon ergens gepikt?" De diefachtige ekster durfde het niet te zeggen. "Komt er nog wat van?", zei de moeder van de diefachtige ekster, "vertel eens op, heb je hem gevonden of heb je hem gepikt?"

 

"Nou vooruit",  zei de diefachtige ekster, "dan zal ik het u maar zeggen. Ik heb hem inderdaad gepikt. Ik vond de ring zo mooi. Ik kon er niks aan doen."

 

"Dat verbaast me niks", zei de moeder van de diefachtige ekster. "Het zit in de familie. Je vader pikte ook alles wat los en vast zat. Maar ja, zo zijn eksters nu eenmaal."

 

Dat was een hele opluchting voor de diefachtige ekster, want ze dacht echt dat ze op haar donder zou krijgen. "Maar weet je wat", zei de moeder van de diefachtige  ekster,"doe mij een lol en breng die ring maar wel even terug. Dan hebben de mensen van wie die ring gestolen is ook weer een goeie dag."

 

En dat heeft de diefachtige ekster toen maar gedaan.

 

 

volgende

home

vorige