44. DE ST. PANCRACE-KERK

 

 

 

De Collegiale St. Pancrace-kerk is gebouwd door de architect Broulhoni tussen 1489 en 1503 buiten de stadsmuren ter vervanging van de vroegere dorpskerk, die te klein was geworden.

De stijl is Provençaals Gotisch (whatever that may be) met een Renaissance-voorgevel. In 1799, met de komst van het “Chapitre van de kanunniken van Valmoissine werd de kerk “érigée en Collégiale”. Wat dat precies betekent vergt een grondige kennis van het Franse godsdienstrecht en die is bij mij niet aanwezig.

Wel heb ik begrepen dat de kerk, omdat het ooit de relikwieën verkreeg van Sint Pancras, een jonge martelaar uit het Rome van Diocletianus, voortaan zijn naam draagt. St. Pancras is één van de vier ijsheiligen ("seins de glace", zoals mijn goed Frans sprekende zus lange tijd heeft gedacht en dat is dus iets heel anders).
 

Uit de oude tijd is alleen de deurconstructie van de vroegere sacristie bewaard gebleven. Diverse godsdienstoorlogen hebben nl. veel vernield, waarbij o.a. ooit het prachtige timpaan in brand is gestoken.

Aan het devies van eerdergenoemde kanunniken is boven de toegangsdeur (zie afb. links) in 1905, toen de scheiding van de bezittingen van kerk en staat in Frankrijk officieel werd ingevoerd, de tekst van het devies van de Franse republiek toegevoegd: Liberté, Égalité et Fraternité.

 

Deze opmerkelijke toevoeging is trouwens ook te zien boven de toegangsdeur van de kerk van het naburige Villecroze (zie afb. rechts). 

 

  

 

Het Agati-orgel

 

In de kerk van St. Pancrace staat een beroemd orgel. Regelmatig zijn er orgelconcerten in de kerk en bovendien is er een Association van vrienden van het orgel van AUPS.Het instrument is in 1830 gebouwd door Nicole Agati, speciaal voor het Collégiale Saint Pancrace. Er is slechts de voorkant (het "buffet") van overgebleven en de orgelpijpen hebben "soufflets muni des poulies de levage". Het instrument werd gerestaureerd in 1996. Het orgel telt 576 pijpen, die gereconstrueerd zijn uit het metaal van het afgedankte orgel van de kathedraal van Fréjus.   

 

Het instrument heeft verder nog een paar interessante accessoires: Uccelli (3 orgelpijpen voor "a tête trempé dans l'eau pour imiter le chant des oiseaux"), alsmede Zambia (2 orgelpijpen voor "anche imitant La Vielle" en tenslotte Ruurlo (3 houten orgelpijpen) voor "imitant le roulément de tambour"). Enfin, u merkt dat hier een vriend van dit Orgel aan het woord is.

En voor de kenners: de klankkleur van het orgel (très doux) maakt het in het bijzonder geschikt voor het spelen van Italiaanse orgelmuziek.

 

 

vorige

inhoudsopgave

volgende