24. PÈBRE D’AÏ

 

Als er in AUPS iets te doen is kan je er gif op innemen dat de groep die zich Pèbre d’Aï noemt, daarbij acte de présence zal geven.

Wij kunnen eerlijk gezegd die club niet goed meer verteren. Altijd die mannen men hun klompen, witte broeken met rode riemband, hun zwarte, gebloemde vestjes en dan die arme dames. Natuurlijk ook op klompen, Provençaalse lange rokken en gezellige Frau Antje-kapjes op d’r lui hoofd. Vanzelfsprekend dansen ook vele kindjes in vergelijkbare uniformpjes mee. Een polkaatje hier, een menuetje daar, een en ander begeleid met muziek, voornamelijk voortgebracht door een kolossale trom en een paar iele fluitjes.

Het zal wel een keer voorbijgaan, maar nu even niet.

Het wemelt in de Provençe trouwens van de “Lou Pèbre d’Aï’s en ze komen in allerlei soorten en maten: campings, restaurants, bistro’s, hotels, you name it. Ze heten allemaal “Lou Pèbre d’Aï’.

 

AÏOLI

 Na enig zoekwerk ben ik er trouwens bij het schrijven van dit stukje pas achter gekomen dat het niet, zoals ik altijd dacht,  Pebre d’Ail is maar Pèbre d’Aï. De naam van ons folklore-clubje heeft dus niets met te maken met knoflook (of “knokloof” zoals de schoonmoeder van mijn broer placht te zeggen) en dus al helemaal niet met het in de Provence zo populaire gerecht Aïoli (waarvoor men mij ’s nachts zeker niet moet wakker maken).

Dit gerecht, bestaande uit stokvis, wat flinke wortels, sperziebonen, een gepofte reuze-aardappel, een hardgekookt ei en als piece de résistance een speciaal soort mayonaise-achtige substantie, staat in vrijwel elk restaurant op vrijdag op het (vaste) menu. Daarnaast wordt dit gerecht in vele Provençaalse dorpen op bepaalde feestdagen gemeenschappelijk genuttigd bij een volksmaaltijd.

In de dorpskern worden dan lange tafels geplaatst en iedereen kan, mits voorzien van eigen bestek en de betaling van een kleine vergoeding, mee eten. Ook in AUPS bestaat deze gewoonte. Wij hebben er, om niet flauw te zijn en een beetje te integreren, één keer aan deelgenomen, maar het is daarna niet vatbaar voor herhaling gebleken.

Maar Pèbre d’aï is dus een kruid, dat in het Frans “arriette” heet en in het Nederlands bonenkruid. Om het nog ingewikkelder te maken: pèbre d’aï wordt in de Provence wel “poivre d’âne” genoemd (ezelspeper dus eigenlijk), maar ook wel “l’herbe de St. Julien”. De latijnse naam voor het kruid is satureia hetgeen “herbe de satyre” zou betekenen, want vroeger zou men er “des vertus aphrodisiaques” aan hebben toegekend.

Hoe dan ook, dit kruid wordt hier toegepast in een zeer speciale kaas. Meestal geitenkaas. Met een vleugje bonenkruid dus.

 

vorige

inhoudsopgave

volgende